02/02/2022


In De Correspondent wordt een RIVM-rapport besproken waaruit blijkt voor welke onmogelijke keuzes het RIVM stond bij de beoordeling van de kwaliteit van mondkapjes. Met als gevolg dat er onveilige mondkapjes in de ziekenhuizen terecht zijn gekomen. Had dat beter gekund? Waarschijnlijk niet op dat moment. In deze blog vertel ik toch over een alternatieve wiskundige aanpak, al is dat wel op de lange termijn.
 

Kwaliteit vs. tijd

Nadat zorgmedewerkers aan de bel trokken bleek de kwaliteit van – door het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) – verspreide mondkapjes onvoldoende en werden in maart 2020 ruim 600.000 maskers teruggeroepen. Daarop werd door het RIVM in allerijl een teststraat opgericht om de aangekochte beschermingsmiddelen zelf te gaan controleren. Maar door het snel oplopende mondkapjestekort was er geen tijd om de spullen te testen zoals een officiële testinstantie dat zou doen. Er werd daarom een verkorte testprocedure opgezet, waarbij een beperkt aantal monsters werd genomen om de kwaliteit van de aangekochte beschermingsmiddelen te controleren. Nu blijkt dat door een te kleine steekproef – per 500.000 stuks werden 3 doosjes van minimaal 10 maskers gekeurd – niet uit te sluiten is dat er meer maskers van mindere of slechte kwaliteit toch goedgekeurd zijn. Dat was een bewuste keuze van het RIVM. Het alternatief op dat moment was dat zorgmedewerkers zonder beschermingsmiddelen zouden moeten werken. Een duivels dilemma dus.  


Alternatief

Achteraf kritiek hebben is natuurlijk makkelijk. Maar in de context van de crisissituatie die er op dat moment was, had het RIVM met de beperkte middelen eigenlijk geen andere keus en heeft ze dus juist gehandeld. Maar zoals het RIVM zelf al in een reactie op het rapport aangeeft: ‘Als je dit allemaal rustig vanachter je bureau zou kunnen uittekenen, dan zou je het natuurlijk anders doen.’ En dat klopt ook. Ter vergelijking: op het moment dat er een kind in het water valt en dreigt te verdrinken, spring je erin om het te redden. Je gaat niet eerst discussiëren hoe dat kind überhaupt in het water terecht is gekomen en of het niet beter had moet leren zwemmen. Toch zijn dat wel relevante vragen. Ná de crisis. Als de context is veranderd, wanneer de acute veiligheid niet meer in het geding is. Want dan kun je door zwemles te geven eenzelfde situatie een volgende keer wellicht voorkomen of kan het kind zichzelf redden. In de crisissituatie zelf zou je hooguit nog hekken kunnen plaatsen in de hoop erger te voorkomen.

Advies

En dat is precies waar CQM al meer dan veertig jaar haar klanten bij helpt en wat ik ook het RIVM op dit moment zou adviseren. Kijk, nu de mondkapjescrisis voorbij is, nog eens kritisch naar de huidige werk-, productie- en bedrijfsprocessen inclusief die van toeleveranciers. Uit de beschreven casus blijkt dat structurele verbetering van die processen noodzakelijk is en daar kun je dan nú mee beginnen. Op dit moment zijn de benodigde middelen wellicht beschikbaar, in een crisissituatie zeker niet. En dat verbeterproces begint bij het begin. Bijvoorbeeld door mondkapjes niet pas aan het einde van de productieketen te controleren op kwaliteit, maar voordat ze de productie ingaan of nog een stap daarvoor: al tijdens de ontwerpfase. Bij productontwikkeling, procesverbetering en procesborging kun je gebruikmaken van bekende methodieken als Design for Six Sigma, Lean Six Sigma en Statistical Process Control. Op die manier weet je zeker dat het goed gaat en kun je – ook in crisissituaties – duivelse dilemma’s voorkomen.

 

Wil je ook een duivels dilemma voorkomen? Neem contact op met Peter! Wil je daarnaast op de hoogte blijven van het laatste nieuws van CQM, volg ons op LinkedIn of meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief 

 

Fotocredit: Pexels.
Peter Stehouwer
Peter Stehouwer helpt je graag verder Neem contact op